Waar let een keurmeester op, het voorbrengen van geiten.

Het keuren van melkgeiten:

In dit verhaal een oppervlakkige uiteenzetting over hoe uw dier beoordeeld wordt door de jury.
Een functioneel skelet staat centraal voor het beoordelen van een goede melkgeit.
Gebruiksonderdelen zoals middenhand, kruisvorm/ligging, uier en benen zullen dan ook zwaar wegen in het keuringsysteem. Het doel waarvoor we in eerste instantie de geit fokken is om melk te produceren. Deze gebruikswaarde zal dan ook altijd bij ieder ras zichtbaar aanwezig moeten zijn. Een geit waarvan je aan het skelet kunt zien dat ze zonder problemen gedurende een lange tijd een hoge productie kan realiseren zal dan ook door de jury hoog gewaardeerd worden.
 
Ondanks deze belangrijke onderdelen spelen nog tal van andere facetten mee om de geiten onderling op hun juiste waarde te taxeren. Zo heeft ieder ras dan ook zijn eigen rastypische kenmerken en zullen de keurmeesters de rasstandaard van het betreffende ras dat op dat moment voor ogen staat nauwlettend volgen. Het is voor de jury steeds het afwegen van de goede en minder goede eigenschappen bij het plaatsen van de dieren op een keuring.
Zo zullen bepaalde onderdelen van een geit die weinig of niets te maken hebben met de levensduur van het dier of het functioneren als zodanig pas in meer of mindere maten mee gaan tellen als er op dat moment tussen een aantal dieren weinig kwaliteitsverschil aanwezig is. Als een geit in de keuringsring verschijnt en voorgebracht wordt, is door de jury al vrij snel te zien met wat voor dier ze te maken hebben. De eerste indruk, het algemeen voorkomen, wat staat er. Type en ontwikkeling is dan ook meestal de eerste gespreksstof waarover de keurmeesters met elkaar in overleg gaan.

Vervolgens hoe zit het dier wat betreft constructie in elkaar.
Straalt het dier veel kracht uit of zitten er veel bouwfouten aan en vooral dan wat voor bouwfouten en de mate waarin. Een wat minder gesloten voorhand zal dan ook niet zo zwaar wegen als b.v. te steile achterbenen. En de ophangband van het uier is natuurlijk belangrijker dan een wat minder sprekende kop. Zijn er aan het dier erfelijke afwijkingen te constateren wat b.v. uitsluiting betekend of bij Bont en Toggenburger b.v. schoonheidsfouten die wel toegestaan zijn, maar die we liever niet wensen. Op al dat soort belangrijke en minder belangrijke dingen zal een jury letten voor dat men tot plaatsing van het dier overgaat. De taak van de jury is er op gericht om de meest ideale geit in haar ras het hoogst te waarderen.
Bij het beoordelen van een melkgeit zal de jury zich altijd richten in hoeverre het dier dat op dat moment beoordeelt wordt de ideale melkgeit benaderd. Wanneer in een rubriek alle dieren voorgebracht en vervolgens geplaatst zijn heeft er een voorlopige beoordeling plaats gevonden. Vervolgens zullen de keurmeesters de opdracht geven om de dieren nog even achter elkaar rond te laten lopen. Dit om tot een goed onderling vergelijk te komen en zonodig om nog enige correcties aan te brengen. Na de definitieve opstelling in volgorde van kwaliteit zal de jury overgaan tot het geven van eerste, tweede of derde prijzen.

De grens
tussen het toekennen van eerste of tweede en tweede of derde prijzen zal altijd zijn waar duidelijk het kwaliteitsverschil zichtbaar is. Dus nooit bij twee vrij gelijkwaardige dieren. Tenslotte zal een van de jury leden een toelichting geven over wat de goede en de wat minder goede eigenschappen van uw geit zijn en waarom b.v. het dier op de vierde plaats staat en niet op de derde. Hij of zij zal dit doen met nauwkeurige uitspraken die helder de verschillen tussen de dieren weergeven. De beoordeling is er steeds op gericht hoe er de geit op dat moment voorstaat en niet hoe hij er gisteren uitzag of over een week uit zal zien. Een goede mondelinge toelichting maakt een keuring alleen maar beter. De keurmeesters zullen dan ook de getoonde dieren nauwkeurig moeten observeren om aan de onderdelen te komen voor een goede mondelinge toelichting. Zij zullen bij de toelichting de goede naamgeving moeten gebruiken zodat het geheel begrijpelijk overkomt. Het verhaal moet een beetje uitgebalanceerd zijn, maar moet zeker voldoende compact en krachtig zijn. Dit laatste vooral om de aandacht van inzenders en publiek te houden. Al dit soort zaken spelen mee voor het doen slagen van een keuring.

Het voorbrengen:

Het goed voorbrengen kan een doorslaggevende rol spelen voor een iets hogere of wat minder hoge plaatsing van uw geit op de keuring. Er zijn in den lande een aantal fokkers die dit uitstekend in de vingers hebben. U mag er als eigenaar van het dier van alles aan doen om de geit zo voordelig mogelijk voor te brengen. Het is de taak van de jury om daar doorheen te kijken.
Van een fokdag mag ook een bepaalde show van uitstralen. Dat hoort
er nu eenmaal bij. In Amerika kent men ook het fenomeen, dat men de voorbrenger beoordeelt.
Hier wordt n.l. een score van 0-100 punten toegekend voor een aantal onderdelen. Om er enkele te noemen: de verzorging en kleding van de voorbrenger, de halsband en geleidetouw van de geit, de juiste conditie van het dier, de verzorging van de haren en hoeven, het netjes onthoornd zijn, en bijv. ook of de geit een frisse indruk maakt. Daarnaast ook het voorbrengen op zich. Ook u kunt als u dat zou willen een fokdag dat beetje sfeer extra geven.

Het op de juiste manier toiletteren van uw geiten en bijpassende kleding is daarvoor de eerste aanzet. De dieren ruim een week van te voren de hoefjes bijsnijden en niet wachten tot de laatste dag voor de keuring. Een of twee dagen van te voren de geiten wassen en goed in het stro houden. Zo nodig kan ook nog een dekje gebruikt worden. Het wegknippen van wat ruwe haren is ook niet ongebruikelijk. Doe dit geruime tijd voor de keuring, zodat er de natuurlijke groei weer in zit.
Minder wenselijk is het om uw geit te behandelen met talkpoeder of krijt.
Ik zelf maakte als jurylid in den lande op een keuring het volgende mee. In een vrij grote rubriek stond ik ergens midden in deze rubriek een geit te bespreken. Het desbetreffende dier schudde zich op dat moment af, wat een flinke wolk van talkpoeder/krijt deed opstuiven, waardoor het uitzicht tijdelijk fors belemmerd werd, wat ik achteraf toch wel humoristisch vond.
 
Als u geit in het bezit is van een uitstekend uier, dan is er niets op tegen om dat vlak voor de keuring te scheren, zodat dat belangrijke onderdeel nog net even meer de aandacht op zich vestigt. Het tijdstip wanneer de geit voor de laatste keer wordt gemolken is erg belangrijk. Dit is sterk afhankelijk van de productie van het dier. Het is aan u om daarvoor het juiste moment te bepalen. Op het moment van voorbrengen zal de geit er met een goed gevuld uier bij moeten staan. Te weinig melk in het uier toont niet. Bij een te gespannen uier zal de geit zich ook niet op z’n voordeligst laten zien. Bij dit laatste komt het vaak voor dat de dieren dan de lendenen wat op trekken en mede daardoor een wat te hellend kruis tonen. Vaak lopen de dieren er ook naar.
In beide gevallen zal het de jury toch opvallen, en dat kan dan in het nadeel werken voor de uiteindelijke plaatsing van het dier.

Buiten de nodige aandacht van het rustig laten lopen en het vierkant wegzetten van het dier is het voor iedere geit net even anders hoe het voorgebracht dient te worden. Iedere eigenaar weet meestal de min- en pluspunten van zijn dieren, en heeft dan bij het voorbrengen er alle recht toe om de minpunten zo veel mogelijk te verbergen en de sterke punten zoveel mogelijk tot uiting te laten komen. Het gaat hier steeds om minimale voordelen. Een dier die niet het gewenste type vertoont, te krap in ontwikkeling is of te veel skelet- fouten laat zien zal nooit hoe goed ook voorgebracht voor een extreem beste geplaatst worden. Een geit met een duidelijk te weinig ontwikkeld uier zal nooit, al laat u de geit drie dagen op het uier staan, het juiste melktype vertonen. Het uier is nu eenmaal voor een groot gedeelte de opslagcapaciteit voor de melk. En een van de melktypische kenmerken bij een melkgeit is een goed ontwikkeld soepel uier. Ieder ras heeft zijn eigen rastypische eigenschappen.

Het juiste type van een witte geit heeft nu eenmaal het vermogen om meer melk te kunnen produceren als het type van de Toggenburger. Ondanks dat zal bij ieder ras de gebruikswaarde ten aller tijden zwaar wegen in de totale beoordeling. Vaak hoor je wel eens van commerciële geitenhouders dat de hobby is alleen maar zou fokken op het exterieur en dat dan de melk op de tweede plaats komt. Dit is een denkfout. De commerciële geitenhouderij is er bij gebaat om een duurzame melkgeit te fokken, zodat er minder gedwongen afvoer plaats vind.

De hobbyist zal ook een geit moeten fokken die het juiste melktype vertoond,
anders zal ook hij/zij zijn/haar doel niet bereiken.
Je zult nooit een topdier fokken als je het exterieur mist, maar zeker niet als je de melkerij mist. Zowel de commerciële geitenhouder als de hobbyist hebben wat dat betreft hetzelfde doel.
Het fokken van een functionele melkgeit.

Door: Piet van Haperen

.