Klauw bekappen
Eens per twee a drie maanden moeten de hoefjes van de geiten worden bijgewerkt.
Dit is afhankelijk van de ondergrond waarop de dieren lopen.
Lopen ze veel op zachte ondergrond dan moet het sneller gebeuren,
en lopen ze meer op verharde ondergrond dan gebeurt het minder.
De hoorn groeit langzaam als een soort teennagel en als hierop geen onderhoud
wordt gepleegd kunnen er beenproblemen ontstaan.
Het bekappen kan alleen worden
uitgevoerd maar is soms makkelijker met behulp van een ander!
Alle loszittende/overtollige hoorn moet worden verwijderd.
Dit voelt de geit niet, hetzelfde als wanneer bij de mens de nagels worden geknipt.
Natuurlijk moet er niet te diep worden gesneden.
Op onderstaande tekeningen ziet u hoeveel u moet weghalen!
(De beginsituatie in deze tekeningen is vrij extreem, zo ver mag u het niet laten komen).
Het snijden wordt meestal uitgevoerd met een scherp zakmes of met een stanleymes.
Als er lange punten zijn ontstaan kunnen deze met een stevige schaar of een nijptang worden verwijderd.
Wanneer je dit bijhoud blijft dit een makkelijke klus en heeft de geit minder snel problemen met beenproblemen.
1 = Bal |
![]() |
2= Zool | |
3= Hoornwand | |
4=Tussenwand | |
5= Teengedeelte |
Onverzorgde klauw, opwippen van de teen door ongelijkmatige slijtage van het doorgroeiende hoorn.
Losse hoorn en vuil worden
verwijderd en de teen
wordt op lengte gebracht.
De zoolbaal wordt op gelijke hoogte met de teen gebracht.
Aan beide klauwen wordt de zool aan de zijde van de tussenklauwspleet uitgehold
Met het
afsnijden van enkele dunne reepjes
hoorn wordt
de zool gelijk gemaakt.
Juiste stand van de klauwen
Bij een goede verzorging
zullen de pootjes recht op de klauwtjes komen te staan met
een gelijke druk op iedere klauwhelft.
Als dit niet correct word uitgevoerd, ontwikkeld zich één
helft meer dan de andere.
Hierdoor krijgt men een verkeerde beenstand welke slechte
gevolgen geeft voor de gewrichten en botten
en dus op de levensduur van de geit